September 2019, ergens in Chili. De eigenaresse van het hotel waar ik verblijf, eist plotsklaps dat ik mijn kamer annuleer. Ik voel woede opborrelen. Maar na een verhitte discussie komt de aap uit de mouw: in Chili betekent ‘cancelar’ niet alleen annuleren, maar ook betalen. De arme vrouw dacht dat ik niet van plan was haar ook maar een cent te geven. Oeps! Hoe zorg je ervoor dat jij níet zo’n taalblunder begaat?
Op het moment dat dit gesprek plaatsvond, sprak ik vloeiend Spaans. Ik dacht dus probleemloos met de Chileense bevolking te kunnen communiceren. Dat bleek niet zo te zijn, want ik beheerste het ‘Chileens’ niet. Ook als ze dezelfde taal spreken, hebben bewoners van verschillende landen soms dus problemen om elkaar te begrijpen. Dat levert soms grappige, maar ook pijnlijke, situaties op. Gelukkig kun je deze voorkomen.
Tip 1: Pas je taalgebruik aan
Miscommunicatie is soms lastig te voorkomen. Ook al beheers je een taal perfect, of is het zelfs je moedertaal. Als je een Spaanse zin die in Argentinië heel normaal is, in Mexico uitspreekt, dan kan deze zomaar als onbeschoft worden ervaren. Als een oudere je daar iets vraagt, is het bijvoorbeeld ontzettend brutaal om nee te antwoorden. Het is dus noodzakelijk om je taalgebruik aan te passen aan het land waar je je bevindt, én aan de situatie. Hetzelfde doe je als je bij je schoonouders op bezoek gaat: dan praat je anders dan wanneer je met je vrienden in de kroeg zit. Ook op reis moet je je aanpassen.
Tip 2: Verdiep je in de cultuurverschillen
Ga je de grens over, dan is het van belang om je te verdiepen in de cultuurverschillen van het land en de bijzonderheden van de taal. Op die manier kun je er rekening mee houden als je praat. Dan weet je bijvoorbeeld wanneer je moet vousvoyeren (en wanneer juist niet!). Hopelijk kun je dan zo veel mogelijk taalblunders, zoals die van mij, voorkomen. Leg voor je reis contacten met andere reizigers, of beter nog, de lokale bevolking. Gesprekken voeren over het land helpt en is simpelweg leuk.
Tip 3: Accepteer dat je fouten gaat maken
Als je alsmaar voorzichtig bent in je taalgebruik omdat je niemand wilt beledigen, wordt het heel moeilijk om sociale contacten te leggen. Terwijl je in het Nederlands misschien wel heel spontaan bent. Probeer dus jezelf te zijn, terwijl je voorzichtig aftast wat wel en niet door de beugel kan. Ook moedertaalsprekers schatten een situatie weleens verkeerd in. Dan valt de grap niet goed. Dat mag jij dus ook doen … alleen liever niet te vaak.