Maandagochtend. Het weekend was weer veel te kort, de wekker ging te vroeg, de spits zat tegen. Met een kop koffie zak ik op mijn bureaustoel en nog half slaperig open ik mijn mailbox. De weekendpost druppelt binnen. Klanten, freelancers, nieuwsbrieven, de aanbestedingskalender …Ik veer op. De aanbestedingskalender!
Mijn week begint goed met het openen van de wekelijkse publicaties in de aanbestedingskalender. Gretig scrol ik door de lijst. Ongediertebestrijding, vaccinaties, digitalisering van parkeerproducten: je kunt het zo gek niet bedenken of het is aanbesteedbaar. Mijn hersenen beginnen te borrelen en mijn fantasie slaat op hol. Een gemeente zoekt een ‘uitgebreide gevarenverzekering’. Goh! Hoezo? Welke gevaren loopt de gemeente dan precies? Een busmaatschappij is op zoek naar banden. Ja haha, wel zo handig. En weer een ander bedrijf schrijft een aanbesteding uit voor ‘auto’s met laadbak, kraan en kopschot’. Laadbak a là, maar kopschot? Dat is een van de dingen die mij zo fascineren aan de aanbestedingskalender: er gaat een wereld achter schuil waar ik normaal niet bij stilsta, waarvan ik überhaupt geen idee heb dat die bestaat.
Tot nu.
Mysterieuze afkortingen
Net zo fascinerend aan de aanbestedingskalender vind ik het taalgebruik. Zo staat de publicatielijst vol mysterieuze afkortingen en jargon: ‘Uitvoeren FPA tellingen conform Nesma’, ‘Opdracht inzake de reparatie van de blinde arcades van gebouwen 308 en 309 van het JRC-IET, ‘Productie- Repromachines SWZ TBV Vlaardingen’, enzovoort enzovoort. Pure poëzie, maar ik heb géén, werkelijk geen énkel idee waar dit over gaat.
Warboel
Ook houden de aanbestedingsopstellers duidelijk erg van abstract taalgebruik. Een van mijn favoriete voorbeelden is ‘glasbewassing’. Waarom niet ‘glazenwassers’ of ‘glazenwassersbedrijf’? En wat te denken van deze fraaie spellingswarboel: Brabant Water N.V. is op zoek naar een leverancier voor het leveren van ‘Mobiel en spraak en data diensten en voorzieningen’. Wat hoort hier bij elkaar en wat niet? Ik hoop van harte dat de beoogde leverancier hier chocola van kan maken, want bij dergelijke abracadabra haak ik af.
Knappe kop
Als taal- en communicatiemens denk ik: wil je een helder aanbod, stel dan een heldere vraag. Gok niet op de knappe kop van de inkoper óf maak het hem nou eens makkelijk en formuleer gewoon in normaal Nederlands waar je naar op zoek bent. Dat zou het werk toch vele malen efficiënter maken, en nog aangenamer bovendien. Maar zélfs als de aanbesteding draait om taal- en communicatiediensten blijven de opstellers hangen in de gebruikelijke aanbestedingstaal. Zo zocht een ministerie eerder dit jaar een partner om de ‘intensivering taalvaardigheid in te vullen’.
Post
Uiteindelijk draait het bij aanbestedingen natuurlijk vaak om de ‘economisch meest gunstige aanbieding’, of liever gezegd: de aanbieder met de laagste prijs, en niet om helderheid en correct taalgebruik (zie ook de blogpost van Nigel Hillen). En heel eerlijk gezegd? Ik zou mijn portie poëtische maandagochtendpost ook niet graag willen missen.