Onze Taalcolumnisten Anne Boerrigter en Eric Tiggeler discussiëren in elke CNTXT over een taalgerelateerd onderwerp. In de vierde editie van dit blad hebben ze het over spaghettikoppen
Waarom de spaghettikop het antwoord is op de vraag die elke tekstschrijver zich stelt (volgens een zelfbenoemde taalgoeroe)
AB: Collega Tiggeler. Ik ga dit jaar alleen maar heel lange koppen schrijven. Korte koppen zijn passé, wat ik je brom.
ET: Jij bent zeker lid van De Correspondent. Dat zijn toch die hipsterjournalisten die koppen schrijven ter grootte van een korte roman? Hoe de cijferdictatuur het werk van leraren, agenten en artsen onmogelijk maakt. Of: De waakhond van de geheime diensten wil door kunnen bijten, maar heeft er de tanden niet voor. Of: Deze gevangenis lijkt zo veel mogelijk op de buitenwereld (en dat werkt).
AB: Je hoeft niet gelijk zo bloot te leggen dat ik dit idee niet van mezelf heb, hoor.
ET: Het is meer dat die spaghettikoppen zo onverbiddelijk in het lezersoog springen. Iedere tekstboer of journalist heeft de klassieke voorschriften voor de Korte Kop ingeprent gekregen. Ruimte is schaars! De lezer heeft haast! Lezers scannen! Wie het nieuws in een kop van vier woorden wist te persen, kreeg een pluim van zijn hoofdredacteur.
AB: Dat was nog in de printtijd. Niet te verwarren met het pleistoceen.
ET: Hier, moet je zien: Vrouwelijkheid gaat vooral over zorgen en kinderen krijgen. Het moet ook over genot gaan. Een kop van twee complete zinnen! Punten, komma’s, stukken tussen haakjes, koppen die het hele scherm vullen – en ze lijken nog te werken ook! Is er dan niets meer heilig?
AB: Jawel. Statistieken. Nooit eerder hebben we zo gericht kunnen meten op welke koppen lezers klikken en op welke niet. En dan vallen heilige huisjes om. Maar koppen moeten ook weer niet te lang zijn, hoor. Dan worden ze soms heel vreemd afgebroken op social media. Zo las ik laatst: Hij doet spaghetti in een cupcakevorm. Wanneer hij de vorm uit de oven haalt krijg ik echt …
ET: Huiduitslag? Hoe het ook zij, zulke excessen laten zien dat we te maken hebben met een trend. Waar komt die toch vandaan? Koppen van méér woorden, terwijl lezers juist steeds haastiger worden …
AB: Trek anders je witte taalgoeroepak even aan, en leg uit hoe dat komt.
(Vijf minuten later)
ET: Hier is mijn theorie: de nieuwe kop is de oude lead. De geïnfobombardeerde lezer-van-nu krijgt zoveel te verstouwen, dat hij niet eens meer voorbij de kop komt. Enter de leadkop! Kop én lead ineen. De lezer zit binnen één zin midden in het onderwerp. Briljant! De Correspondent, uitvinder van de leadkop. Moeten wij ook doen!
AB: Amen.