Een klant vroeg laatst: Jullie doen zeker wel mee aan het Groot Dictee der Nederlandse taal? Uh ja, daar draaien wij onze hand niet voor om. Fouten maken? Ons Taalcentrum niet gezien. Maar schijn bedriegt. In de vele mails die dagelijks verzonden worden, sluipt weleens een spelfoutje.
Ik heb een paar jaar geleden meegedaan aan het Groot Dictee, maar schrok van het aantal woorden dat ik niet eens kende! Hoe moest ik die in vredesnaam schrijven? Dat ik en mijn collega’s de regeltjes ook niet altijd paraat hebben, bleek laatst nog, toen ik aan mijn kamergenoten vroeg of je kerst nou met een hoofdletter schrijft of niet. Bij niemand ging een lichtje branden.
Wees niet bang
Toen ik een paar jaar terug als projectcoördinator bij het Taalcentrum-VU kwam werken, was ik best onzeker over mijn schrijfkwaliteiten. Ik las mijn mailtjes tig keer na om er zeker van te zijn dat er geen fouten instonden. Want dat kon in mijn ogen echt niet als je bij het Taalcentrum werkt. Gelukkig ben ik nu een stuk relaxter en krijg geen hartverzakking als er onverhoopt toch een foutje is ingeslopen. Van klanten hoor ik weleens dezelfde geluiden, dat ze het lastig vinden om het Taalcentrum te mailen. Ze zijn bang om fouten te maken. Doe dat toch alsjeblieft niet!
Ken je doelgroep
Uit het onderzoek Het vermogen van een spelfoudt van M.M. van Wijngaarden blijkt dat veel mensen over taalfouten heen lezen. Je moet dan wel consequent zijn in je fouten, anders vallen ze juist op. Ook is het zo dat minder goede spellers een tekst met spelfouten meer waarderen dan een tekst zonder fouten. Dit in tegenstelling tot goede spellers: zij waarderen juist een foutloze tekst. Een foutloze tekst stemt mij ook gelukkig … dus dat maakt mij volgens deze theorie een goede.