Wie had gedacht dat we ooit geanimeerd en in subgroepjes een online workshop Correct Nederlands zouden volgen? Voordat het covidbolletje ons leven radicaal veranderde, was dat een onwerkelijke gedachte.
nze Taalcolumnisten Anne Boerrigter en Eric Tiggeler discussiëren over taalgerelateerde onderwerpen. In deze editie hebben ze het over taal in tijden van corona.
ET: …
AB: Wat benne gij stil.
ET: Je kent mijn ingetogen karakter toch? Beschaafd, sober, beheerst maar toch open en warm en tegelijk modest …
AB: Jaja, stop maar! Ik bedoel: volgens mij zit je iets dwars.
ET: Je hebt me door.
AB: Is het die Promovendumreclame?
ET: Huh? Hoe weet jij dat?
AB: Telepathie. Beeldbellen next level, baby!
ET: …
AB: Nu ben je alwéér stil.
ET: Laat ik het maar eerlijk zeggen: ik heb last van dat voortdurende gewij. ‘Ochtenden zonder file, zonder dat we het willen,’ roeptoetert de Promovendumcommercial voor autoverzekeringen. Hoezo? Ik voel me helemaal niet thuis in de ‘we’-groep die graag ochtenden mét files wil. Waarin ik ongevraagd word ingedeeld. Net als bij de KPN-reclame: ‘Wij Nederlanders vinden altijd wel een manier om samen te werken.’
AB: In de Albert Heijn hoorde ik een vrouwenstem op haar meest serieuze grotemensentoon: ‘Belangrijke mededeling: We Doen Het Samen.’
ET: Aha. Doen ‘we’ het samen? De intiemste mededeling die de Albert Heijnstem mij mee mag delen is: er komt een kassa bij. Niet: ‘we’ worden van Appie-wege ingelijfd in een collectief opgelegde onderlinge-verbondenheid-op-afstand.
AB: Ik vind dat anders een zeer brave, geen orgieën bevattende interpretatie van ‘We Doen Het Samen’.
ET: Dat is waar. Het zijn natuurlijk ook allemaal keurige boodschappen over Nederland verenigd in de strijd tegen het vermaledijde virus. Maar toch word ik er kriegel van.
AB: Zit het ‘m in dat inclusieve ‘wij’? Of in de commerciële inborst van de afzender? Ik krijg vooral de kriebels als het opportunisme ervan af druipt, zoals bij CoolBlue: ‘Videobellen? Wij helpen je contact te houden.’ ‘Wij hebben de beste producten voor jouw thuiswerkplek.’
ET: ‘Of Vodafone: ‘Nu meer dan ooit beseffen we hoe belangrijk het is om verbonden te zijn’. Ja, zo kun je het nobele begrip ‘verbinden’ ook gebruiken: om 5G-abonnementen te slijten.’
AB: En wat te denken van ‘Samen komen we hier doorheen!’ (Intratuin). ‘Laten we elkaar helpen’ (Kruidvat). ‘We doen het samen. Wees dus lief voor elkaar’ (Pathé)?
ET: Citymarketingafdelingen kunnen er trouwens ook wat van, zag ik. ‘In Almelo horen we bij elkaar.’ ‘Samen zijn we Hilversum.’
AB: Heel vreemd. Mag ik nu mijn innerlijke windhaan ook nog even het woord geven? Eigenlijk is het niet eerlijk om hier vernietigend over te schrijven: ‘samendoen’ en ‘wij’ zijn nobele woorden, en ook broodnodig. En verbinding is een prachtig ding!
ET: Meh. Saamhorigheid is mooi, maar de oproep ertoe wordt al snel een open deur. En als die open deur dan ook nog eens wordt ingetrapt door een partij die telefoonabonnementen probeert te verkopen …
AB: Dan krijg jij last van wij-weerzin.
ET: En van samenschaamte.
AB: Terwijl het nu juist ging om samentrots.
ET: (Kijkt vies.) Samentrots? Bah! Snel je mond spoelen, jij.
AB: Minimaal 20 seconden?
ET: Met desinfecterende zeep.
AB: Maar ik vond samentrots eigenlijk wel een mooi woord.
ET: SST! Voor je het weet lopen Promovendum en Vodafone ermee weg.