Iedere derde dinsdag van de maand zet het vertaalbureau van het Taalcentrum-VU een vertaalfout met grote of minder grote gevolgen centraal om het belang van een kwalitatieve vertaling te benadrukken. Deze week: de hoorntjes van Mozes.
De zachtmoedige
Dobberen in een mand in de Nijl, een brandend bramenbosje en het splijten van de Rode Zee: het zijn slechts een aantal fragmenten uit het levensverhaal van Mozes, de zachtmoedige. Het bekendst is waarschijnlijk het fragment waarin hij de wetgeving van God – of de Tien Geboden - aan zijn volk presenteert.
Mozes had net een ontmoeting met God gehad, waarin Hij Zijn wetgeving had gepresenteerd. Mozes daalde de Sinaï af, met de stenen tabletten waarin de tien geboden gegraveerd waren in zijn handen en twee hoorns op zijn hoofd. Twee hoorns op zijn hoofd? Tja, zo heeft het eeuwenlang in de volksvertaling van de bijbel gestaan.
Stralen, hoorns en het nut van klinkers
In het oorspronkelijke verhaal had Mozes niet twee hoorns op zijn hoofd, maar een glimmend en glanzend gezicht. Want wie met God had gesproken, begon te stralen (en kreeg geen hoorns, gelukkig). Maar door een fout in de vertaling van het Oude Testament verloor Mozes zijn glans en kreeg hij er een paar duivelse hoorns voor terug.
De Hebreeuwse taal, waaruit het Oude Testament vertaald is, kent geen klinkers. Het woord ‘QRN’ werd door Griekse vertaler Aquila Ponticus opgevat als KARAN, wat hoorn betekent. Het moest echter KEREN zijn: straal. Hierdoor werd de zin ‘met stralen rond zijn hoofd’ vertaald als ‘met hoorns op zijn hoofd’.
Toen Hiëronymus de tekst vervolgens van het Grieks naar Latijn wilde vertalen, merkte hij de fout niet op. De interpretatie werd zelfs versterkt doordat ‘gekroond’ en ‘gehoornd’ zich respectievelijk in ‘cornatus’ en ‘cornutus’ laten vertalen.