Dat of wat, wanneer gebruiken we dat en wanneer kies je voor wat? Wij leggen het duidelijk uit aan de hand van voorbeelden.
Dat of wat, voor veel mensen een lastig onderdeel van de Nederlandse taal. Stel: tijdens een vergadering heeft de voorzitter het over ‘een laatste punt wat op de agenda staat’. Goed of fout?
Fout! Het moet zijn: een punt dat op de agenda staat. Maar je doet er goed aan de voorzitter niet meteen te interrumperen over dit taalfoutje. In gesproken taal is het onderscheid tussen dat en wat namelijk aan het verwateren. Het zou ons niet verbazen, als er inmiddels meer wat-zeggers zijn dan dat-zeggers, ook onder mensen die verder keurig verzorgd Nederlands spreken. Taal in verandering dus.
Dat of wat, de regel
Maar zeker in geschreven taal doe je er goed aan, de klassieke regel voor dat/wat te volgen. Die luidt: gebruik dat als je verwijst naar een onzijdig zelfstandig naamwoord (het-woord). Gebruik wat in alle andere gevallen. Dat of wat, zo moet het:
- Een punt dat op de agenda staat.
- Het boek dat op tafel ligt.
- Alles wat ik vandaag doe, hoef ik morgen niet meer te doen.
- Dat is iets wat ik vaker hoor.
Dat en wat zijn allebei betrekkelijke voornaamwoorden: ze verwijzen terug naar iets wat (!) eerder in de zin genoemd staat. Van dat ‘iets’ hangt af of je dat of wat kiest. Officieel luidt de regel: met wat verwijs je terug naar iets onbepaalds, met dat naar iets bepaalds.
En 'deze' dan?
En dan hebben we ook nog deze. ‘Ik wil ieder artikel ontvangen zodra deze beschikbaar is’, staat te lezen als je een bestelling plaatst bij een grote online-boekenwinkel. Deze artikel? Dat moet dat zijn. Hoe zit het nu precies met deze, die en dat?
Taalgebruikers lijken steeds meer moeite te hebben om dat te gebruiken. Kijk maar naar deze voorbeelden:
- Ik doe vandaag het formulier op de bus. Dat betekent dat je deze morgen in huis hebt.
- Naast dit filiaal hebben wij nog een filiaal die in Bilthoven gevestigd is.
- In een ondernemingsplan omschrijf je al je plannen voor het bedrijf wat je gaat starten.
Cursus Correct Nederlands
Jammer, drie keer fout! In alle drie de gevallen moet het dat zijn: dat formulier, een filiaal dat in Bilthoven gevestigd is, een bedrijf dat je gaat starten. Nooit meer een fout maken met dat, wat of deze? Volg onze opfriscursus Correct Nederlands.