Ervan uit, er vanuit, ervanuit, wat is de juiste spelling? Wanneer schrijf je van of uit aan een voorafgaand of volgend woord vast?
Het blijft een struikelblok: ik ga ervan uit, ervanuit, er vanuit? Wanneer schrijf je van of uit aan een voorafgaand of volgend woord vast?
Ervan uitgaan
De juiste schrijfwijze is: ervan uitgaan, ik ga ervan uit. De regel is: schrijf voorzetsels (zoals van en uit) aan een voorafgaand of volgend woord vast als het voorzetsel niet hoort bij een ander woord.
Waarom ervan?
Je schrijft er aan van vast, omdat het voorzetsel van niet hoort bij een werkwoord of een ander woord. Dan schrijf je het vast aan andere voorzetsels of bijwoorden: ervan, ertussen, erdoor, daarvan, daardoor. Het is bijvoorbeeld ook hiervan uitgaan, daarvan uitgaan.
Waarom niet vanuit of ervanuit?
Het is niet vanuit of ervanuit, omdat uit hoort bij het werkwoord uitgaan (van). U schrijft het voorzetsel uit niet vast aan een ander woord dan het werkwoord zelf. Soms komt uit los te staan: ik ga ervan uit.
Werkwoorden als afhangen van, afzien van, ingaan op gedragen zich op dezelfde manier: ervan afhangen, ervan afzien, erop ingaan.
Meer taaltips
Verder aan je spelling werken? Het Taalcentrum-VU biedt een onlinecursus spelling aan. In de online spellingcursus leer je op een prettige en laagdrempelige manier alles over de belangrijkste Nederlandse spellingonderwerpen. Voor € 30,- heb je drie maanden toegang tot de online leeromgeving. Aan het einde maak je een toets om te ontdekken hoeveel je vooruit bent gegaan.
Start je deze cursus in de maanden juli, augustus of september? Dan gaat de volledige opbrengst naar Unicef.