Programmaonderdelen
Correct Nederlands spellen: werkwoorden
- De d’s en t’s: hij betaald of hij betaalt, word je of wordt je?
- Het voltooid deelwoord: het is gebeurd of het is gebeurt, de verbrede weg of de verbreedde weg?
- Engelse werkwoorden: ge-updated of geüpdatet, geappt of geappd, geleast of geleasd, hij deletete, hij deletede, hij deleette?
Foutloos Nederlands: veelgemaakte fouten
- Aan elkaar of los: management assistent of managementassistent?
- De tussen-n: krantebericht of krantenbericht, gedachtengang of gedachtegang?
- Streepjes: arbo-dienst of arbodienst, sms-en of sms’en?
- Hoofdletters en kleine letters: Afdeling HRM/afdeling HRM/afdeling hrm? Minister of minister?
- Afkortingen: is het btw of BTW, adsl of ADSL?
Struikelblokken van het Nederlands
- Is het hen of hun, dat of wat, ervan uit of er vanuit?
- Enkelvoud of meervoud: de reizigers wordt/worden verzocht?
- Het juiste verwijswoord: het bedrijf en haar/zijn medewerkers?
- De puntjes op de i: waar zet je komma’s, aanhalingstekens, punten?