Programmaonderdelen
Inhoud en opbouw
- Oriëntatie op de lezer: voor wie schrijf je en wat wil hij of zij weten?
- De hoofdboodschap bepalen: wat moet de lezer weten, wat is je advies of beveel je aan?
- Piramidaal schrijven: de hoofdboodschap als uitgangspunt
- Wat zet je wel in je tekst en wat niet, en waarom? Wat heeft de lezer eraan?
Argumentatiestructuur
- Argumentatiestructuur en structuuraanduiders
- Strategieën om je argumenten overtuigend te formuleren.
- Valkuilen bij argumentatie; verzwegen argumenten expliciteren
Helder formuleren
- Leesbaarheid van de zin: zinslengte, woordkeuze, samenhang
- Vaktermen, jargon en afkortingen: hoe houd je ze onder bedwang?
- Complexe materie concreet en krachtig verwoorden: wollig taalgebruik vermijden
- Inleven in de lezer: wat is de impact van je formulering? ‘U moet’ of ‘Wij bevelen aan?’
Aan het eind van de training ontvangen de deelnemers de checklist Helder schrijven voor juristen.